Volg onze cultuurhistoricus Jurre de Jong tijdens zijn avontuurlijke route waarbij hij 95 objecten in kaart brengt voor Wetterskip Fryslân
Na de indrukwekkende ontdekkingen van vorige week stapte cultuurhistoricus Jurre met frisse energie een nieuwe week in. Op het programma: gemalen en sluizen. Alleen dat al klinkt misschien wat technisch, maar vergis je niet: iedere locatie heeft zijn eigen verhaal en karakter. En juist dat maakt dit werk zo verrassend en afwisselend.
Deze week trok Jurre door de gemeenten Weststellingwerf, Ooststellingwerf en Heerenveen. In totaal bezocht hij twintig objecten, midden in een landschap dat heel anders aanvoelt dan het open kleigebied in het westen van Friesland. Hier heerst veengrond, ideaal voor bomen, en dus kwam Jurre onderweg vaker bossen tegen dan eindeloze weilanden.
Dag 1 : Gemalen met karakter
De eerste dag draaide om de grotere gemalen. Het “Jan Nijlandgemaal” uit 1929 en het “Gemaal De Welle” uit 1960 stalen de show. Twee gebouwen die, ieder met hun eigen stijlen aandrijftechniek, laten zien hoe waterbeheer zich door de decennia ontwikkelde.
Bij het Jan Nijlandgemaal kreeg Jurre onverwacht gezelschap: de bewoner van de voormalige molenaarswoning kwam even buurten. In een gezellig gesprek vertelde hij dat hier ooit een prachtige molen stond. Die moest in 1929 wijken voor het nieuwe gemaal. Iets wat hij blijkbaar toch een beetje jammer vond. Het bleek één van de zes molens die de Grote Veenpolder droog hielden, totdat de moderne elektrische gemalen het werk overnamen. Vandaag de dag staat het gemaal als gemeentelijk monument in Weststellingwerf fier overeind.
Dag 2 : Wind tegen bij Blesdijke
De volgende ochtend begon hoopvol, met een bezoek aan een Amerikaanse windmotor bij Blesdijke. Alleen bleek de praktijk wat minder romantisch: de windmotor stond onbereikbaar achter een hoog maïsveld. Dankzij de tip van een vriendelijke bewoonster kon Jurre er uiteindelijk wel een glimp van opvangen - al bleef het bij afstandsfoto’s. Soms werkt de praktijk nou eenmaal niet helemaal mee, en dat hoort óók bij dit vak. Daarna voerde de route langs enkele kleinere gemaaltjes en een stuw in de rivier de Linde. Mooi in hun eenvoud, en stuk voor stuk onmisbaar in het verhaal van het Friese waterbeheer.
De blikvangers – De drie Tjongersluizen
Het hoogtepunt van de week? Zonder twijfel de drie sluizen in de rivier de Tjonger. Deze rivier, die ook wel Tsjonger of Kuunder wordt genoemd, was ooit een kronkelende waterloop. Eind 19e eeuw werd een deel rechtgetrokken en voorzien van sluizen om scheepvaart en afwatering mogelijk te maken.
Wat deze plekken zo bijzonder maakt, is niet alleen de techniek, maar vooral de cultuurhistorie. De sluizen waren van groot belang voor de turfvaart en vormden een keerpunt in de regionale economie. Tegenwoordig zijn ze onderdeel van de Turfroute, een geliefd vaargebied voor recreanten.
En alsof dat nog niet genoeg charme heeft: de voormalige sluiswachterswoningen bij alle drie de sluizen zijn identiek van ontwerp. Hoewel ze hun oorspronkelijke functie verloren hebben, vormen ze nog steeds een prachtig ensemble met de sluizen en gemalen. Het zijn zulke details die je als cultuurhistoricus ontdekt en documenteert en die het werk zo boeiend maken.
Waarom dit werk nooit verveelt
Voor Jurre bleef de week verrassen! Soms beland je in een onverwacht gesprek met een bewoner, soms ploeter je door een maïsveld, en soms sta je oog in oog met een stukje waterstaatkundige geschiedenis dat nog springlevend is.
Dat is misschien wel de mooiste kant van dit vak!
Ben je benieuwd hoe het is om als cultuurhistoricus door Friesland te trekken of zou je meer willen weten over het werk als cultuurhistoricus?
Neem dan contact op met onze collega Jurre de Jong of stuur een bericht naar info@coup-group.com.